Is eraf. Van de jaarlijkse externe competitie. En daarbij rolden inderdaad diverse schaakkoppen op het spelschavot. Op de kop af drie. Helaas van Venlose makelij en dan weet u het al wel; verloren! Want in het lieflijke, rurale Klimmen vielen er voor de onzen slechts drie gelijk remises te noteren. En was derhalve onze eerste nederlaag een treurig feit. U zult begrijpen dat ik dus enigszins kopschuw en me met de nodige tegenzin van de taak aan een (kort) verslag hiervan heb gekweten. Maar, kop op Nico, zo vermande ik mezelf. Er komen ongetwijfeld betere tijden!
Rest me de sportieve plicht om u kond te doen van de gang van zaken op de borden die dag. Wederom richt ik mij daarbij op – indien aanwezig – op enige cruciale, opvallende of soms schokkende spelmomenten. Niets voor zwakke zenuwen![1]
[1] Zij die daar niet aan voldoen, wordt aangeraden hier te stoppen met lezen…
Lees hier verder voor het volledige verslag met partijfragmenten.
Voor het Voerendaals visie op de wedstrijd klik hier.
Het is al weer van bijna een jaar geleden dat ik aangenaam werd verrast door een initiatief van Mart. Nabuurs wel te verstaan. Topspeler van onze vereniging. Wellicht geïnspireerd door het feit dat onze geliefde vereniging omtrent een eeuw geleden de H.H. schakers opriep te komen schaken in het toenmalige “Kegelpaleis”, gelegen aan het Klein Park, naast het nu nog bestaande café “ De Gouden Arend”. Mart wilde het vizier gaan richten op een cruciaal onderdeel van onze verenigingsactiviteiten; het externe schaak. “Wie”, zo vroeg hij zich af, “hebben in die krap 100 jaren de Venlose clubkleuren verdedigd in krachtmetingen met andere verenigingen?” En hoeveel keer deden zij dat? Wat waren hun behaalde scores, wanneer behaald, in welke teams? Werd er gepromoveerd dan wel gedegradeerd?
Kortom, daarmee laadde hij zich een monumentale taak op zijn schouders.
Het was dan ook niet verwonderlijk dat Mart zich daartoe bij mij meldde. Immers beschikte ik over een behoorlijk archief het Venlose schaakleven betreffend. De belangrijkste bron vormden zo’n 70 jaar aan clubbladen en mededelingenblaadjes. Ook krantenberichten van weleer, dankzij de zoekmachine “Delpher” te vinden, gaven vaak extra informatie. Ja, in die tijden van Olim werden steevast die schaakresultaten in de krant gezet. Met spelersnamen en al! Das war einmal. Maar goed, Mart blijkt zich inmiddels op formidabele wijze van zijn taak te hebben gekweten. Hij heeft alle gegevens weten te verwerken tot o.m. een Eeuwige Ranglijst.
De eeuwigdurende ranglijst staat hier in Excel-formaat en hier in Pdf-formaat om te downloaden.
Toelichting bij de eeuwigdurende ranglijst
De lijst is gesorteerd op score (totaal punten) per speler in LISB- en KNSB-competities. Per speler wordt ook het percentage berekend van de behaalde punten van het totaal gespeelde wedstrijden. Reglementaire punten tellen niet mee. Bij ‘Overige scores’ staan punten uit andere competities, zoals bekerwedstrijden (k.o.) of de avondcompetitie, maar deze punten tellen niet mee voor de ranglijst.
Als men op een persoon klikt (alleen bij de Excel-versie) verschijnen zijn/haar details per seizoen. Boven de Overige scores staat een linkje ‘terug’ naar de ranglijst. Wedstrijden van de jeugdclubcompetitie en van de vriendschappelijke teamkampen, bijvoorbeeld tegen Krefeld, zijn niet inbegrepen.
De lijst betreft spelers die namens Venlo in de vermelde competities speelden. Samenwerkingen zijn verwerkt, onder andere die van de teams Venlo-Schaakvelden en van Arx-Venlo tijdens de oorlogsjaren, evenals de Duitse spelers van Solingen in Venlo 1. De samenwerking met de ‘afdeling Horst’ van begin jaren ’70 is niet verwerkt, omdat ze een opmaat vormden naar de oprichting van SV Horst ’76.
De ranglijst begint in 1934 en loopt tot en met seizoen 2024-‘25. Venlo begon bij mijn weten in 1933 met de externe, maar daar heb ik geen details van. De KNSB-competitie is online volledig vanaf 1996 en de LiSB-competitie vanaf 2013, van daarvoor was ik afhankelijk van verslagen in het clubblad en van oude krantenartikelen via Delpher, aangevuld met informatie van enkele andere personen.
Het competitieslot van dit jaar stond in groot contrast met de aflevering van vorig jaar. Die toen bol stond van spanning. Door mij verslagen onder de kop: “Hitchcock in Helden”. We liepen die dag de titel van “Limburgs Beste” op een haar na mis. De allerlaatste pot van de dag liep in ons nadeel af. Allemaal na te lezen in ons online archief. Ja, dat was toen. Nu echter was het knokken tegen de degradatie en waren we mede afhankelijk van resultaten van de concurrentie. Zeker toen gaandeweg duidelijk werd dat ook die dag voor de Venlose équipe de competitie als een nachtkaars zou uitgaan. En da’s niet best, immers betekent dat:
“Geleidelijk wegsterven, minder worden en ophouden. Thans alleen van zaken (inz. vertoningen) gezegd, vroeger ook van personen. Het beeld is ontleend aan een kaars die men ’s nachts laat opbranden. Waarna er duisternis rest en angst, ook ongewisheid, gesnurk, zweetvoeten en boze dromen gaan zich manifesteren.”
U merkt het al; dit wordt geen al te vrolijk verhaal. Maar het is de morele taak van de objectieve en schatplichtige verslaggever – ikzelf in dit geval – om u toch hiervan kond te doen. Dat de tekstverwerker bijwijlen knarst en knerpt, vermag mij daarvan niet te onthouden.
Ach, soms zit het even niet mee…
Zoals onderstaande spotprent nog maar eens bewijst:
Lees hier verder voor het volledige verslag met partijfragmenten.
Of de voorschriften van de door mij ingeroepen schaakarts Quack Zalverius in mijn vorige ronde verslag de benodigde zoden aan de dijk hebben gezet? Omtrent de toestand van ons team als kwakkelende, proestende en ijlende zieke schaakpatiënt, amechtig kreunend en kermend gekluisterd in de sponde onder de klamme lappen. Verwijlend in de donkere (te) lage schaakregionen van de provinciale hoofdklasse. Belaagd door het knekelspook, genaamd degradatie ?
’s Mans diagnose o.a.: ‘beter schaken, lui”, is kennelijk niet aan dovemans oren gericht geweest. Ja, ik weet dat ik de spanning hiermee gelijk uit deze verslaglegging haal, maar ik kan het niet langer voor me houden: het kleine Venlo I mag het bed weer uit en zelfs mondjesmaat weer vast voedsel en liquide middelen tot zich nemen. En voorzichtig het ziekbed verlaten… Wel: rustig aan, het herstel is vooralsnog broos, de zo geplaagde équipe zal in de slotronde in Helden alle zeilen moeten bijzetten niet alsnog verzeild te raken in de krochten van het Limburgse afdelingsschaak.
Daarbij was verder de nieuwe speellocatie van belang; wegens omstandigheden konden we die dag niet in ons Alde Weishoès terecht. Plaats van (mis)handeling was nu gemeenschapscentrum ‘De Glazenap’. In Tegelen dus. Gastvrij als altijd mochten we van onze zustervereniging daar aanschuiven. Maar, hoe zouden de Venlonaren gedijen in die typische sfeer van het voormalige kleidorp? Met in de atmosfeer nog altijd een vermoeden van dakpan, gresbuis en baksteen. Van tabak en sigaar en ijzerwerk.
Dat bleek goddank[1] achteraf allemaal niet aan de orde. Dus dank aan de TSV!
Dat trouwens die industriële Tegelse activiteiten in de tijden van Olim niet mogen worden onderschat, bleek mij weer eens uit een foto die mij recentelijk door een goede bekende vanuit Semarang (Indonesië) werd toegestuurd.
Firma Canoy Herfkens bleek daar de vloertegels en dakpannen te hebben geleverd voor het prachtige, voormalige hoofdkantoor van de spoorwegen op Java! Chapeau (Zie kopfoto)
[1] Of neem hier een ander Opperwezen naar keuze. Agnostici mogen die zin als niet gelezen beschouwen.
Lees hier verder voor het volledige verslag met partijfragmenten.
Kopfoto: Logo van de firma Canoy Herfkens op een steen in het voormalig kantoor van de Nederlands-Indische Spoorweg Maatschappij (NIS) in Semarang, nu spoorwegmuseum Lawang Sewu.
Uit mijn stormbalverslag van de vorige externe ronde heeft u al kunnen afleiden dat Venlo 1 klein momenteel hoestend en proestend, kuchend en kermend het bedlegerige schaakleven doormaakt van een door een gemeen schaakvirus gegrepen, zieke patiënt. Die koortsig het bed moet hoeden, rillend onder de dikke donsdekens, in afwachting van enig herstel. De adviesconsulten opvolgend van de schaakmedicus van dienst; Dr. Quack Zalverius. Wiens/wier goede raad zich laat comprimeren tot: ‘denk beter na mensen’, ‘maak minder fouten’, ‘geef nooit op’ en meer van dergelijke, tochtende open deuren. Daar hebben we dus ook weinig aan. Goed, we kregen als herstelkuur mogelijkheid kampioen Heerlen op bezoek in de Kapel. Met, ik kan het niet mooier maken, wederom belabberde vooruitzichten voor de Venlose krankelaar. Want Captain Bas zag zich op voorhand geconfronteerd met het forfait geven van onze toppers Ololi, Olaf en Rainer. Wat te doen? Goddank kunnen we in zo’n gevallen terugvallen op onze stille Venlose reservepool, in dit geval Frans en, hoewel sedert enige jaren met extern schaakpensioen, erelid Piet. Robert die ook weer beschikbaar was, maakte het VSV sextet compleet.
En konden we aan de slag!
Doet U mee?
Ik heb voor u weer zes korte beschouwingen van de die namiddag, in gepaste gewijde kapelstilte, geabsolveerde schaakpartijen.
Lees hier verder voor het volledige verslag met partijfragmenten.
Opmerking van de webmaster: Alle beschikbare verslagen van het op sterkte tweede team van de Venlose Schaakvereniging staan hier. Kopfoto: de Kapelgeest van het Ald Weishoès.
Een “stormbal” is een maritiem waarschuwingssein. Het is een zwarte bal die door de kustwachtstations werd gehesen als stormwaarschuwing. In de Nederlandse taal wordt “het hijsen van de stormbal” gebruikt als aanduiding dat door een persoon of organisatie een waarschuwing wordt gegeven. De Engelse vertaling van “stormbal” is “blackball”.
Aldus de alleswetende Wikipedia.
En dat die bal metaforisch nu ook in Venlo in top moet, zal niemand verbazen. Want voor de vierde maal eindigde onze externe, ditmaal in het rurale Klimmen, met een eindstand van 3½-2½. Voor de Voerendalers welteverstaan. Dankzij een plusbordpunt bivakkeert het kleine Venlo 1 op plaats 7 in de provinciale rangschikking. Daar waar het kampioenschap vorig jaar nog lonkte in de ultieme competitiefase, dreigt nu de rampzalige (af)gang naar de eerste klas…
Dat de nederlaag weer nipt was vermag slechts een pleister heten op een gapende wonde.
Quo vadis[1], Venlo 1? Die bange vraag weerhoudt momenteel menig betrokken Venloos clublid van een gezonde nachtrust. Ja, de toestand is dan wel hopeloos, maar… nog niet verloren. Want de veerkracht en Venlose vechtlust worden alom geroemd en zijn niet gebroken!
Komt goed, mensen! En ga vooral rustig weer slapen. Voordat ik overga naar de beschrijving van de krijgshandelingen, een bekentenis mijnerzijds. Vanwege de precaire toestand van ons team heb ik – zeer kort – overwogen dit verslag door een chatbot te laten schrijven. Zo DiepZiek was ik van het resultaat. Echter: de verleiding weerstaan!
[1] Quo vadis? Waarheen gaat gij? Volgens de legende vroeg de uit Rome vluchtende Petrus dit aan Christus, die hij op zijn vlucht ontmoette.
Lees hier verder voor het volledige verslag met partijfragmenten.
Op het gevaar af voor saai en fantasieloos te worden aangezien, kan ik toch weer niet anders melden; want ten derden male deze lopende competitie was de slotstand identiek aan de beide voorafgaande malen. Opnieuw besliste het niptst mogelijke scoreverschil over zege dan wel nederlaag. Vanwege spanningsopbouw in dit verslag, laat ik vooralsnog even in het midden welke kant het kwartje[1] deze keer uitrolde. Ditmaal trad een lichtelijk gemankeerd Venloos sextet aan, immers onze Krefelder Kumpels moesten die dag verstek laten gaan. Geen nood echter, Frans en Peter traden moeiteloos in hun plaats. Plaats van handeling, overpeinzing en dadendrang was wederom de Kapel in ‘ons’ Ald Weishoes. Grote vraag daarbij was natuurlijk of de Boze Geesten – zie het eerste verslag van mijn hand deze speelronde “Spookschaak” – zich ook op herhaling zouden wanen en ons nog maar eens in het verliesravijn zouden storten.
Om dat aan de weet te komen ga ik maar snel over naar het populairdere gedeelte van deze rubriek, :
Lees hier verder voor het volledige verslag met partijfragmenten.
[1] kwartje→ geldstukje van weleer. ¼ gulden waard.
De verste reis dit jaar naar het stadje waar eertijds Koempels, Koel en Koale het dagelijks leven indringend bepaalden, heeft de Venlose Gideonsschaakbende[1] de eerste matchpunten opgeleverd. Het tweede heeft duidelijk een stijgende lijn te pakken…
Zo schreef ik al in 2007 bij gelegenheid van een eerdere ontmoeting met de zuidste (?) Limburgse schaakvereniging. Ook in dat jaar waren we in de eerste ronde dramatisch onderuitgegaan.
En; zoals een welbekend aforisme van de schrijver Mark Twain luidt: “De geschiedenis herhaalt zich niet, maar rijmt vaak wel”. En dat bleek die middag maar eens te meer wat betreft het scoreverloop vergeleken met die van de eerste ronde. Want wederom ontaardde de ontmoeting in een bloedspannend spektakelstuk. Waarin de beslissende ontknoping nog maar eens in de slotpot van de dag werd uit geschaakt. Ook nu schoten we weer furieus uit de startblokken met twee winstpartijen. Opnieuw kreeg ikzelf bij die plusstand een remiseaanbod te verwerken. Hetgeen ik na captainconsultatie en enige vorsende blikken op de nog resterende stellingen, minzaam accepteerde. Helaas ging de parallel verder toen daarop de volgende twee Venlose nullen moesten worden genoteerd. Derhalve de tussenstand van 2½-2½. En kwam er dus die allesbeslissende laatste partij in beeld, gepaard gaande met die loden last op de schouders van die twee resterende, eenzame zwoegers in de late namiddag. Dier bord omzoomd door de vele meelevende Kiebitze uit beide kampen. Op de achtergrond de vrolijke salsaklanken van een seniorale dansmiddag in een zaaltje verderop. Ja, je zal daar maar zitten.
Hoe dat afliep? Om dat aan de weet te komen dient u – mooier kan ik het niet maken – dit verslag helemaal af te lezen.
Lees hier verder voor het volledige verslag met partijfragmenten.
Mark Twain (1835-1910) Amerikaans schrijver van o.a. “De avonturen vanHuckleberry Finn”. Het is niet bekend of hij schaken kon. Bron: Internet
[1]Gideonsbende: De term is afkomstig van de door Jahweh indertijd aangestelde bijbelse veldheer Gideon die erin slaagde met een piepklein leger een grote vijand op de vlucht te jagen door heel veel lawaai te maken. Ja, inderdaad, de vergelijking met het kleine VENLO gaat volkomen mank.
De opening van het nieuwe externe schaakseizoen in ons – inmiddels vertrouwde – ‘Ald Weishoes’, vond dit jaar plaats in de voormalige kapel van het toenmalige complex van het toevluchtsoord voor ouderloze jongens en meisjes. Wezen dus. En waardoor ik toch altijd nog enigszins, als afvallige, indertijd tot katholiekgemaakte jongeling, wordt beroerd door de sacrale uitstraling van die gebedsruimte. Waar nog een vermoeden van de geur van wierook en mirre, kaarsvet en verschaald wijwater hangt, alsmede het ijle Gregoriaanse psalmengezang dat – onhoorbaar voor de Atheïst – deze ruimte bezwangert. Een geknipte plaats voor de schaakpotten zou je denken. Rust, bezinning en zoeken naar verlossing zijn immers de verbindende elementen tussen Caïssa’s spel en de geloofsleer der Christenen.
Toch kwam er die namiddag een kleine kink in de kabel.
Wat was er loos? Welnu, omdat het amusementslandschap in Nederland er kennelijk toch wat saaitjes bijlag, heeft men het nodig gevonden dit wat verder op te tuigen. Onder meer middels cultuurdiefstal van Oktoberfeste en Halloween festiviteiten. En met name dat Angelsaksische kinderfeest zou die middag zijn invloed uitstrekken tot in onze kapel.
(Op 31 oktober verkleden kinderen zich en als het donker wordt bellen of kloppen ze aan bij huizen in de buurt die versierd zijn met pompoenen en lichtjes. Als wordt opengedaan roepen ze ‘trick or treat!’, hetgeen inhoudt dat de keuze wordt gegeven tussen slachtoffer van een plagerijtje worden (trick) of iets lekkers (treat, meestal snoep) geven. De bewoners geven de kinderen dan snoepjes.) Of niet natuurlijk. Wel bij de huizen met griezelpompoenen. Ook in de binnenplaats van het Weishoes wapperden tot spook geknoopte lakens en zelfs een kaal karkas aan waslijnen te bungelen. Diametraal met de ingetogen sfeer in de kapel….
Onlangs schaakvrienden/innen, viel mij de bijzondere eer te beurt nog maar eens door Henk te worden geroepen tot de hoge taak om te spelen voor Venlo 1. Groot, welteverstaan. Weliswaar geboren uit absenties en afmeldingen van de reguliere roedel top1 spelers, maar toch.
En dat die pot in Eindhoven verzandde in een zwaar bevochten nederlaag – door captain Henk reeds fijntjes in zijn voortreffelijke wedstrijdverslag ter zake elders op onze website uit de doeken gedaan – ach, dat is mijn punt niet vandaag. Neen, het gaat mij om een bepaald niet alledaagse gemoedsemotie, die zich die speeldag voltrok in mijn toch al zo sensibele en geplaagde brein. Bron en aanstichter hiervan: mijn tegenstander van die dag. René Moonen.